Men gaat er steeds meer van uit, dat de natuurwetenschappen niet als resultaat van onderzoek moeten worden onderwezen, maar dat het proces van onderzoeken in het onderwijs centraal moet staan. Waarnemingen van Tinbergen aan onderzoeksgedrag van zeer jonge kinderen tonen aan, dat onderzoeksvaardigheden een basisgedrag van de (jonge) mens betreffen. In dit boek geven de auteurs aan dit uitgangspunt concrete vorm voor het secundair en tertiair onderwijs in de biologie. Niet de biologische leerstof staat centraal, maar de leerling, resp. de student en de wijze waarop deze informatie verwerft en ontdekkingen doet die nieuw voor hem zijn. Hiernaast wordt aandacht gegeven o.a. aan de interaktie, het doelstellingendenken en evaluatievormen. Het boek is geschreven vanuit de behoefte aan een bruikbaar hand-en werkboek voor de lerarenopleiding, maar het is evenzeer bedoeld voor collega's die in de onderwijspraktijk werkzaam zijn op secundair en tertiair niveau.