Voor een zo verstandig mogelijk gebruik van natuur, landschap en abiotisch milieu staat een aantal middelen ter beschikking. Eén van die middelen is de natuur- en milieueducatie. De auteurs menen, dat het Projekt Landschappenkaart een bijdrage kan leveren aan de natuur- en milieueducatie en wel om de volgende redenen: — het geeft aandacht aan lokale en regionale situaties; — de belevingswereld van het kind neemt een even belangrijke plaats in als de kennis van de omgeving; — het gaat uit van een positieve toekomstverwachting t.a.v. natuur, landschap en abiotisch milieu; — het tracht de samenhang van allerlei verschijnselen te verklaren; — het tracht de zelfwerkzaamheid van de leerling te bevorderen. Zoals hierboven al werd aangegeven, heeft de natuur- en milieueducatie waarschijnlijk alleen effekt, wanneer stap voor stap wordt gewerkt: van de eigen, bekende omgeving naar de verdere, onbekende omgeving.
De doelstelling van het Projekt Landschappenkaart luidt: leerlingen de waarde van de natuur- en kultuurgebieden in ons land duidelijk maken door hen in de eerste plaats de verscheidenheid, de relaties en de veranderingen in de direkte omgeving te laten ervaren. Het projekt is primair bedoeld voor de klassen 5 en 6 van het basisonderwijs en (de onderbouw van) het lager agrarisch onderwijs.
Het projektmateriaal bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Algemene inleiding 2. Landschappenkaart met overslagvel 3. Register van kaart en overslagvel 4. ‘Landschappen van Nederland’ 5. ‘Bouwstenen voor een schoolwerkplan’ 6. ‘Suggesties voor de steungroepen. ’
Het project stimuleerde diverse schoolbiologendiensten en NME-centra om op de eigen stad toegesneden (les)materiaal te ontwikkelen. In Rotterdam ontwikkelde het Bureau Natuurrecreatie en -educatie het project 'Ontdek de schoolomgeving, wereldoriëntatie in een stedelijke omgeving', 1977. Zoals in het voorwoord van de directeur Hans Haven staat vermeld: "Al werkend ... zijn wij er steeds meer van overtuigd geraakt dat het "natuurlijk" is de schoolomgeving bij de wereldoriëntatie te benutten.". Het Rotterdamse document is hier in te zien.