Sinds 1956 verschenen van de hand van J. A. Nijkamp regelmatig artikelen in het dagblad 'Het Vaderland' over de natuur. Voor het vinden van een onderwerp hoefde Nijkamp niet op zoek te gaan in ver verwijderde natuurgebieden. Hij kon volstaan met het beschrijven van het natuurgebeuren dichtbij huis. De eigen woonomgeving bleek verrassend veel interessante gegevens op te leveren. Nijkamp heeft zijn verwondering over en belangstelling voor de levende natuur nooit voor zichzelf gehouden. Hij wilde anderen in staat stellen om eveneens met eigen ogen te zien; te leren kijken naar de planten en de dieren om ons heen. Vervreemding van de natuur ziet hij als één van de oorzaken van de achteruitgang van de kwaliteit van natuur en milieu. Deze vervreemding leidt immers tot niet meer kennen en niet meer kennen leidt gemakkelijk tot onverschilligheid, d.w.z. je niet meer betrokken voelen bij het natuurgebeuren. Met de artikelen in 'Het Vaderland' wekte Nijkamp belangstelling, trachtte hij de lezers duidelijk te maken de relaties die er tussen levende organismen bestaan, en ging hij in op de gevaren waaraan planten en dieren mede door de activiteiten van de mens, zijn blootgesteld.
Dat het boekje, dat als titel kreeg 'Ik zie, ik zie, wat jij ook kunt zien' juist nu verschijnt heeft een oorzaak. Als dank voor het vele werk dat Nijkamp voor de Natuurbeschermingseducatie in ons land en als Directeur van de Gemeentelijke Dienst School-en Kindertuinen in 's-Gravenhage heeft gedaan, werden in deze gemeente de J. A. Nijkamptuin en de Nijkamphoeve in gebruik genomen. De verschijning van dit boekje houdt daar verband mee.
'Ik zie, ik zie, wat jij ook kunt zien', bevat een selectie uit de circa 1000 artikelen die de auteur inmiddels heeft geschreven. De artikelen zijn boeiend en leerzaam. Zij getuigen van eerbied voor het leven. Niet alleen voor de Hagenaar, maar ook voor iedere Nederlander die in het voetspoor van Nijkamp zijn ogen de kost wil geven.